Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD4872

Datum uitspraak2008-09-30
Datum gepubliceerd2008-10-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureCassatie
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers01285/07
Statusgepubliceerd


Indicatie

CAG over o.m. de conclusies van verbalisanten over de leeftijd van de betrokkenen. HR: 81 RO.


Conclusie anoniem

Nr. 01285/07 Mr. Machielse Zitting 17 juni 2008 Conclusie inzake: [Verdachte] 1. Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft verdachte op 27 oktober 2006 voor "een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd" veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 100 uren en tot een geldboete van € 500,00. Tevens heeft het hof de onttrekking aan het verkeer gelast van een harde schijf uit een laptop op de wijze zoals in het arrest omschreven. 2. Mr. M.A. van de Weerd, advocaat te 's-Gravenhage heeft cassatie ingesteld. Mr. R.A. Kaarls, eveneens advocaat te 's-Gravenhage, heeft een schriftuur ingezonden, houdende drie middelen van cassatie. 3. Het hof heeft bewezenverklaard dat "hij in de periode van 24 augustus 2004 tot en met 26 oktober 2004 te Oegstgeest, in elk geval in Nederland, een gegevensdrager (te weten: een computer met een harde schijf), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten afbeeldingen van - (aangetroffen in een videobestand:) een meisje in de leeftijd van circa 15 jaar en een man in de leeftijd van circa 40 jaar. Het meisje wordt door de man uitgekleed. De man betast het meisje over haar billen, borsten en schaamstreek. Vervolgens wordt de man door het meisje uitgekleed, waarna de man aan het geslachtsdeel van het meisje likt. Hierop is te zien dat de man zijn vinger in het geslachtsdeel van het meisje stopt. Vervolgens is te zien dat het meisje de erecte penis van de man in haar mond neemt en de man gelijktijdig aftrekt. Hierop is te zien dat het meisje op de ballen van de man zuigt. Vervolgens is te zien dat de man op de bank gaat zitten en dat het meisje op de schoot van de man gaat zitten. Hierop stopt de man .zijn erecte geslachtsdeel in de vagina van het meisje. Vervolgens is te zien dat de man het meisje in diverse houdingen penetreert. - (aangetroffen in een videobestand:) drie meisjes in de leeftijd variërend van 10 tot 12 jaar. De meisjes hebben geen kleding aan en zitten op een bed. Te zien is dat de camera veelvuldig inzoomt op de geslachtsdelen van meisjes. Verder is te zien dat de meisjes aan het spelen zijn met een opgeblazen condoom. Vervolgens is te zien dat de meisjes al spelenderwijze hun benen spreiden, waarop hun geslachtsdeel goed zichtbaar is voor de camera. Te zien is dat de camera op het geslachtsdeel van de meisjes inzoomt, bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, telkens op zijn computer of harde schijf in bezit heeft gehad." 4.1. Het eerste middel klaagt erover dat het hof de conclusies van verbalisanten over de leeftijd van de afgebeelde kinderen heeft overgenomen terwijl het hof op dit punt nader onderzoek had moeten laten verrichten door een deskundige alvorens dat te kunnen doen. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de advocaat in aanvulling op zijn pleitnotities betoogd dat de verbalisanten [verbalisant 1 en 2] gelet op de inhoud van hun ter terechtzitting in hoger beroep afgelegde verklaringen geacht moeten worden onvoldoende ervaring te hebben om conclusies te trekken over de kennelijke leeftijd van de personen die zijn afgebeeld. De herkomst van de map die zij hebben geraadpleegd is onduidelijk en over de deskundigheid van de "ervaren" rechercheurs is ook niets bekend. 4.2. Het hof heeft over een verweer van die strekking het volgende overwogen: "Nadere bewijsoverwegingen Met betrekking tot de leeftijd van betrokken personen Door de raadsman van de verdachte is het verweer gevoerd dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat de aan de orde zijnde videobestanden (1e gedachtestreepje: [...].mpg en 2e gedachtestreepje: [...].avi) gaat om afbeeldingen van personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, omdat - zakelijk weergegeven - het de verbalisanten [verbalisant 1 en 2] aan de benodigde expertise heeft ontbroken om de in hun procesverbaal met nummer PL1610/04-12586 (proces-verbaal PL1610/04-008771, p. 87 e.v.) weergegeven conclusies te trekken en dat ook na het door die verbalisanten afleggen van verklaringen dienaangaande ter terechtzitting in hoger beroep op 13 oktober 2006 onvoldoende duidelijk is geworden hoe en op welke gronden zij tot die conclusies zijn gekomen. Het hof gaat op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting met betrekking tot het gevoerde verweer uit van de navolgende feiten en omstandigheden. 1. In onderhavige zaak zijn de twee eerder genoemde videobes tanden [...].mpg en [...].avi aan de orde, waarvan onder meer dient te worden bepaald of deze videobestanden afbeeldingen bevatten van een seksuele gedraging, waarbij iemand is betrokken of schijnbaar is betrokken die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt. 2. In het procesdossier bevindt zich een proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 december 2004 met nummer PL1610/04-182586 (proces-verbaal PL1610/04-008771, p. 87-90) , opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1 en 2] waarin met betrekking tot de leeftijd van betrokken personen is opgenomen dat: -(Met betrekking tot videobestand [...].mpg) "Te zien is een meisje in de leeftijd van circa 15 jaar..." -(Met betrekking tot videobestand l.12 (het hof begrijpt [...].avi) "Te zien zijn drie meisjes in de leeftijd variërend van 10 tot 12 jaar." 3. Het hiervoor onder 2 vermelde proces-verbaal vermeldt niet nader op grond waarvan de verbalisanten tot die conclusies zijn gekomen. 4. De raadsman van de verdachte heeft bij schrijven van 23 januari 2006 verzocht om met de verdachte van deze bestanden kennis te nemen, aangezien de verdachte ontkent deze bestanden in zijn bezit te hebben gehad. 5. Bij schrijven van 19 juni 2006 heeft de raadsman van de verdachte verzocht om aanhouding van de behandeling van de zaak en daarbij het verzoek tot kennisneming van deze bestanden herhaald. 6. Bij schrijven van 23 juni 2006 heeft de advocaat-generaal de raadsman verzocht aan te geven op welke wijze hij dit verzoek gerealiseerd wenste te zien. 7. Bij de eerste behandeling van deze zaak in hoger beroep op 30 juni 2006 is de behandeling voor bepaalde tijd aangehouden tot de zitting van 13 oktober 2006 en heeft dit hof bij proces-verbaal de advocaat-generaal verzocht de raadsman en de verdachte in de gelegenheid te stellen van deze bestanden kennis te nemen. 8. Op de terechtzitting van 13 oktober 2006 is het onderzoek opnieuw aangevangen. Desgevraagd door de voorzitter heeft de raadsman verklaard dat de verdediging ervan heeft afgezien om de bestanden te bekijken, omdat de verdediging die niet langer nodig acht, nu de verbalisanten [verbalisant 1 en 2] ter terechtzitting zullen worden gehoord als getuige-deskundigen. 9. Ter terechtzitting is als getuige-deskundige gehoord de verbalisant [verbalisant 1] die heeft verklaard: - dat hij samen met verbalisant [verbalisant 2] het proces-verbaal PL1610/04-182586 d.d. 6 december 2004 (proces-verbaal PL1610/04-008771, p. 87-90) heeft opgemaakt; - dat hij daaraan voorafgaand geen ervaring had met onderzoeken naar kinderporno of leeftijdsbepaling; dat het onderzoek naar de verdachte onderdeel was van het NEON-onderzoek, dat een groot aantal onderzoeken naar verschillende verdachten betrof; dat hij en verbalisant [verbalisant 2] tijdens hun werkzaamheden binnen het NEON-onderzoek werden begeleid door een ervaren team van rechercheurs van de afdeling Jeugd en Zeden van de politie Hollands Midden; - dat er werkafspraken waren gemaakt over het samen met verbalisant [verbalisant 2] beoordelen van de afbeeldingen en het dienaangaande opstellen van de processen-verbaal en dat in geval van twijfel eerst een ervaren zedenrechercheur werd geraadpleegd; - dat in geval van blijvende twijfel een afbeelding niet als kinderpornografisch werd bestempeld; - dat de leeftijd van de (jeugdige) personen die voorkwamen in de verschillende afbeeldingen/ bestanden werd beoordeeld aan de hand van een door het team Jeugd en Zeden samengestelde map, waarin aan de hand van foto's de ontwikkeling van het lichaam van een meisje schematisch in kaart was gebracht met daarbij de waarschijnlijke leeftijd van het meisje; - dat de door hen opgemaakte processen-verbaal samen met de beelden werden gecontroleerd door een ervaren zedenrechercheur van het team Jeugd en Zeden, - dat dit meestal brigadier [verbalisant 3] was; - dat ook het proces-verbaal PL1610/04-182586 d.d. 6 december 2004 (proces-verbaal PL1610/04-008771, p. 87-90) door [verbalisant 3] is gecontroleerd en goedgekeurd; - dat waar de getuige-deskundige en verbalisant [verbalisant 2] geconcludeerd hebben dat in een videobestand een meisje in de leeftijd van circa 15 jaar te zien is, dit meisje naar hun oordeel zeker jonger was dan 18 jaar. 10. Ter terechtzitting is als getuige gehoord de verbalisant [verbalisant 2] die heeft verklaard: - dat zij samen met verbalisant [verbalisant 1] het proces-verbaal PL1610/04-182586 d.d. 6 december 2004 (p. 87-90) heeft opgemaakt; - dat zij daaraan voorafgaand geen ervaring had met onderzoeken naar kinderporno of leeftijdsbepaling; dat zij en verbalisant [verbalisant 1] tijdens hun werkzaamheden binnen het NEON-onderzoek werden begeleid door een ervaren team van rechercheurs van de afdeling Jeugd en Zeden van de politie Hollands Midden; - dat er werkafspraken waren gemaakt over het samen met verbalisant [verbalisant 1] beoordelen van de afbeeldingen en het dienaangaande opstellen van de processen-verbaal en dat in geval van twijfel eerst een ervaren zedenrechercheur werd geraadpleegd; - dat de leeftijd van de (jeugdige) personen die voorkwamen in de verschillende afbeeldingen en bestanden werd beoordeeld aan de hand van een door het team Jeugd en Zeden overgelegde map, waarin aan de hand van foto's en tekeningen, in hét bijzonder foto's van de primaire en secundaire geslachtskenmerken van een meisje - de vagina, de schaamlippen, het schaamhaar en de borsten - de ontwikkeling van het lichaam van een meisje schematisch in kaart was gebracht met daarbij de leeftijd van het meisje in categorieën vermeld; - dat de door hen opgemaakte processen-verbaal samen met de beelden werden gecontroleerd door een ervaren zedenrechercheur van het team Jeugd en Zeden, - dat dit meestal [verbalisant 3] of [verbalisant 4] was; - dat waar zij en verbalisant [verbalisant 1] geconcludeerd hebben dat in een videobestand een meisje in de leeftijd van circa 15 jaar te zien is, dit meisje naar hun oordeel zeker jonger was dan 18 jaar. 11. Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van verdachte met nummer PL1610/04-182586 d.d. 11 november 2004 (proces-verbaal PL1610/04-008771, p. 91-95) is opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1], hoofdagent van politie Hollands Midden, Leiden-Vorschoten, en verbalisant [verbalisant 3], brigadier van politie Hollands Midden, gecertificeerd zedenrechercheur, districtbureau Leiden-Voorschoten. 12. Het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen (beschrijving kinderpornografische videofragmenten) met nummer PL1610/04-182586 d.d. 6 juli 2005 november 2004 (proces-verbaal PL1610/04-008771A, p. 48-49) is opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 2], hoofdagent van politie Hollands Midden, Duin- en Bollenstraak, en verbalisant [verbalisant 4], brigadier van politie Hollands Midden, gecertificeerd zedenrechercheur. 13. Het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen (beschrijving website [A] -Magazine, info) met nummer PL1610/04-182586 d.d. 6 juli 2005 november 2004 (proces-verbaal PL1610/04-008771A, p. 50-52) is opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 2], hoofdagent van politie Hollands Midden, Duin- en Bollenstraak, en verbalisant [verbalisant 4], brigadier van politie Hollands Midden, gecertificeerd zedenrechercheur. Bij het beoordelen van het verweer stelt het hof voorop dat de verdediging de feitelijke juistheid van de door verbalisanten [verbalisant 1 en 2] getrokken conclusies met betrekking tot de leeftijd van de betrokken personen niet heeft betwist of kunnen betwisten, nu de verdediging ervan heeft afgezien kennis te nemen van de bestanden [...].mpg en [...].avi, ook nadat daartoe uitdrukkelijk de gelegenheid was geboden. Derhalve strekt het verweer zich slechts uit over de vraag of het hof, dat evenmin zelf kennis heeft genomen van genoemde bestanden, kan oordelen dat de door de verbalisanten [verbalisant 1 en 2] in het proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 december 2004 gerelateerde conclusies met betrekking tot de leeftijd van de betrokken personen op goede gronden zijn gebaseerd, nu het proces-verbaal die gronden niet inhoudt. Op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting, in het bijzonder de door de verbalisanten ter terechtzitting afgelegde verklaringen, is naar het oordeel van het hof genoegzaam komen vast te staan dat de verbalisanten, ofschoon zij zelf geen specifieke deskundigheid hadden op het gebied van leeftijdsbepaling in onderzoeken naar vermeende overtreding van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht, hun onderzoek hebben verricht onder begeleiding van ervaren rechercheurs van het team Jeugd en Zeden van de politie Hollands Midden, meer in het bijzonder door de in het procesdossier voorkomende brigadiers [verbalisant 3 en 4], beiden gecertificeerd zedenrechercheur. Die begeleiding heeft in ieder geval bestaan uit: - het ter hand stellen van een map, waarin aan de hand van foto's en tekeningen, in het bijzonder foto's van de primaire en secundaire geslachtskenmerken van een meisje - de vagina, de schaamlippen, het schaamhaar en de borsten - de ontwikkeling van het lichaam van een meisje schematisch in kaart was gebracht met daarbij de leeftijd van het meisje in categorieën vermeld; - het met de verbalisanten maken van werkafspraken over het door de twee verbalisanten gezamenlijk beoordelen van de afbeeldingen, het dienaangaande opstellen van de processen-verbaal en de handelswijze bij twijfel -het bij blijvende twijfel de afbeelding in verband met artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht buiten beschouwing laten; - het controleren van de door de verbalisanten opgemaakte processen-verbaal, in het bijzonder het onderwerpelijke proces-verbaal. Uit voorgaande vloeit naar het oordeel van het hof voort dat de conclusies van de verbalisanten zoals onder 2 beschreven, zijn gegrond op een door het team Jeugd en Zeden gegeven referentiekader, zijnde de genoemde map die diende als (visueel) hulpmiddel, en dat de conclusies vervolgens door een ervaren zedenrechercheur, te weten brigadier [verbalisant 3] of brigadier [verbalisant 4], zijn gecontroleerd en juist bevonden. De verbalisanten hebben daarmee, anders dan de verdediging stelt, naar het oordeel van het hof in voldoende mate inzichtelijk gemaakt op welke gronden zij zijn gekomen tot hun conclusies en op welke wijze deze zijn getoetst. Het ware verkieselijker geweest indien dit alles in het onderwerpelijke proces-verbaal was vermeld, maar onder de gegeven omstandigheden meent het hof te kunnen oordelen dat de conclusies van de verbalisanten dat de betrokken personen kennelijk minstgenomen de leeftijd van 18 nog niet hadden bereikt op goede gronden zijn gebaseerd en tot het bewijs kunnen worden gebezigd. Voorzover de verdediging heeft aangevoerd dat het voor de bepaling van de leeftijd van betrokken personen in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht het noodzakelijk is dat een (medisch) deskundige zich uitlaat over de eigenlijke afbeeldingen en de leeftijd van daarbij betrokken personen, stelt de verdediging daarmee een eis die de wet, de wetsgeschiedenis, noch het recht stelt. Het verweer van de verdediging wordt dan ook verworpen." 4.3. De toelichting op het eerste middel maakt er melding van dat het hof de beelden zelf niet heeft bekeken en dus niet uit eigen waarneming kan oordelen. Tevens wijst de steller van het middel erop dat van het vergelijkingsmateriaal in de map waarvan verbalisanten hebben gebruikgemaakt geen kennis is genomen. Niet geverbaliseerd zou zijn waarom de verbalisanten tot het oordeel zijn gekomen dat de afgebeelde personen de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt. De steller van het middel wijst er op dat blijkens het arrest alleen verbalisant [verbalisant 1] als getuige-deskundige is gehoord. Volgens het arrest heeft verbalisante [verbalisant 2] een verklaring als getuige afgelegd. 4.4. Ik stel voorop dat de aanduiding van verbalisant [verbalisant 2] in het arrest als getuige een kennelijke misslag is nu het proces-verbaal haar duidelijk opvoert als getuige-deskundige. Ik voeg hier overigens direct aan toe dat de werkwijze die door verbalisanten is gevolgd ter inschatting van de leeftijd van de meisjes wier afbeeldingen op de computer van verdachte zijn aangetroffen bestaat in een vergelijkende waarneming van deze afbeeldingen met andere afbeeldingen die verbalisanten aangeleverd hebben gekregen van het team Jeugd en Zeden. Het komt mij voor dat deze vergelijkende waarneming ook kan geschieden door verbalisanten die voorheen nog niet betrokken zijn geweest in onderzoeken naar kinderporno of leeftijdsbepaling, maar die gebruik kunnen maken van materiaal dat hun vanuit het team Jeugd en Zeden met dat doel is verstrekt. Verbalisant [verbalisant 2] heeft een beschrijving gegeven van de foto's en tekeningen die zich in die map bevonden. Waarom verbalisanten niet in staat zouden zijn geweest verslag te doen van bij deze vergelijkingen aangetroffen verschillen en overeenkomsten heeft de verdediging niet helder gemaakt aan de hand van de inhoud van de map of de aangetroffen afbeeldingen en blijft ook in cassatie in het ongewisse.(1) 4.5. Beide verbalisanten hebben, zoals het hof heeft overwogen, verantwoording afgelegd over de werkwijze die zij hebben gevolgd. Gecertificeerde, ervaren rechercheurs van het team Jeugd en Zeden hebben de door [verbalisant 2] en [verbalisant 1] opgemaakte processen-verbaal samen met de beelden gecontroleerd. Hoe de begeleiding van deze ervaren rechercheurs is gerealiseerd heeft het hof dus in zijn overwegingen aangegeven, zodat de klacht dat hiervan niet kan blijken feitelijke grondslag mist. De in de toelichting verdedigde stelling dat verbalisanten niet duidelijk maken waarop hun gevolgtrekkingen zijn gebaseerd mist eveneens feitelijke grondslag. Het hof heeft er duidelijk op gewezen dat de gevolgtrekkingen van verbalisanten zijn gemaakt naar aanleiding van vergelijkingen tussen de op de computer van verdachte aangetroffen afbeeldingen en de afbeeldingen in een map die aan de hand van lichamelijke kenmerken een instructie geeft voor het inschatten van de leeftijd van jeugdige meisjes.(2) Deze gevolgtrekkingen zijn gecontroleerd door gecertificeerde rechercheurs die, zo heeft het hof kunnen aannemen, in ieder geval wel ervaring hebben met deze materie. Aldus zijn de conclusies van de verbalisanten [verbalisant 1 en 2] toereikend gezekerd. 4.6. De verwijzing naar HR 27 januari 1998, NJ 1998, 404 en HR 28 februari 1989, NJ 1989, 748 gaat volgens mij reeds niet op omdat de door de advocaat in hoger beroep geuite kritiek op de inhoud van de verklaringen van beide verbalisanten tot uitgangspunt neemt dat beiden als deskundigen zijn gehoord. Maar de verbalisanten hebben, zoals ik boven reeds aangaf, niet verklaard over hetgeen hun wetenschap hun leert over de kennelijke leeftijd van de meisjes die zijn afgebeeld, maar hebben slechts weergegeven wat zij hebben waargenomen bij vergelijking van de inhoud van de hun verstrekte map met de aangetroffen afbeeldingen. De stelling die in het middel wordt verdedigd dat conclusies over de kennelijke leeftijd van de meisjes waarvan afbeeldingen zijn aangetroffen op de computer van verdachte slechts kunnen worden getrokken na enigerlei tussenkomst door een medisch deskundige wordt niet onderbouwd en vindt naar mijn mening ook geen steun in het recht. Het middel faalt in al zijn onderdelen. 5. Wat als tweede cassatiemiddel wordt opgeworpen ontbeert de scherpte en toespitsing die van een cassatiemiddel mogen worden verwacht. Waarom de overwegingen en het oordeel van het hof dat een verweer niet opgaat onjuist en onbegrijpelijk zouden zijn wordt niet uitgelegd.(3) Wat wordt aangevoerd kan naar mijn oordeel buiten bespreking blijven.(4) 6.1. Het derde middel komt op tegen het bewijs van het "in bezit hebben" omdat verdachte niet bekend was met de aanwezigheid van de pornografische bestonden op zijn computer en deze bestanden dus buiten zijn medeweten op zijn computer moeten zijn geplaatst. 6.2. Het in bezit hebben van een afbeelding als bedoeld in art. 240b Sr is slechts strafbaar indien er op zijn minst sprake is van voorwaardelijk opzet op dat bezit.(5) Het enkele bekijken van kinderpornografische afbeeldingen op internet is niet strafbaar.(6) Iemand kan op zijn computer kinderpornografische afbeeldingen hebben bekeken, waarna die op zijn computer als tijdelijk bestandworden opgeslagen zonder dat hij zich daarvan bewust is. 6.3. De steller van het middel betoogt dat verdachte zelf de twee kinderpornografische bestanden die zijn aangetroffen niet heeft opgeslagen. Tevens heeft verdachte ontkent op de hoogte te zijn van de inhoud van deze bestanden. Deze bestanden zouden zich automatisch, door toedoen van de Internetbrowser zelf, op de harde schijf van de laptop hebben genesteld. Voor de beoordeling van deze vraagpunten zijn de volgende door het hof gebezigde bewijsmiddelen van belang: "3. Een als bijlage bij proces-verbaal van politie Regio Hollands Midden, Sociale Jeugd en Zedenpolitie met nummer PL 1610/04-008771A gevoegd ambtsëdig proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, nr. DE/D1/2005-078, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5], brigadier van politie Hollands Midden, afdeling digitale expertise van de korpsrecherche. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven - (p. 6 e.v.): als relaas van deze opsporingsambtenaar: Ik heb nader onderzoek ingesteld naar aangetroffen kinderpornografische multimedia bestanden op de harddisk van het Dell notebook van de verdachte [verdachte]. De navolgende, door mij, nader geanalyseerde multimedia bestanden waren opgeslagen in directory' s waar de verdachte directe toegang toe had. 1. [...].avi 2. [...].avi 3. [...][1].avi 4. [...].avi 5. [...].avi 6. [...].avi 7. [...].avi 8. [...].mpg Nadere analyse [...].AVI Dit bestand staat op de harddisk in de directory D*\Tijdelijk Handleiding\LOGSDit bestand is aangemaakt in deze directory op 27/09/04 te 23.22.20 uur. NADER ONDERZOEK In de directory D*\Tijdelijk Handleiding\LOGS trof ik naast deze twee bestanden het bestand "THANK YOU for joining.doc" aan. Dit document is in deze directory aangemaakt op 27/09/04 te 15.33.49 uur. In dit Word document staan gegevens over het aanmelden bij [A] magazine. In de directory haarweb, in de inbox van het e-mail programma Outlook, trof ik een e-mailbericht aan met transactie gegevens voor een lidmaatschap van [A] magazine, waarbij gebruik is gemaakt van een creditcard. Verder trof ik een e-mailbericht aan met een account bevestiging voor [A] magazine. Verder was er op deze website (www.[A] magazine.info) een preview te downloaden/ te bekijken van onder andere het bestand [...].mpeg. Een preview is vaak korter dan het origineel en dient als voorbeeld. Op de harddisk van de verdachte werd door mij het bestand [...] [1] .avi aangetroffen in de directory C*\Documents and Settings\[naam verdachte]\My Documents\My Music\. (...) Het screenshot van het bestand [...].mpeg, op de website www.[A]-magazine.info, komt ook voor in de beelden van het bestand [...][1].avi. (...) TIJDSANALYSE Uit een tijdsanalyse blijkt dat: (...) Er op 28/09/04 te 00.04.25 uur een LINK bestand naar het bestand [...]6-02-02 wordt gemaakt in de directory "History" van het programma RealOne player. (...) NADERE UITLEG LNK BESTANDEN IN REALONE PLAYER Bestanden met de extensie .Ink zijn LINK bestanden die verwijzen/linken naar het originele bestand. Een Link bestand wordt onder andere aangemaakt als het originele bestand wordt geopend/gebruikt door een programma. Het is dus zeer waarschijnlijk dat de originele bestanden, waarnaar de Ink bestanden in de directory "History" van de ,multimedia speler RealOne player verwijzen, ook daadwerkelijk zijn afgespeeld met RealOne player. NADERE ANALYSE [...].MPG , Dit bestand staat op de harddisk in de directory C*\Documents and Settings\[naam verdachte]\My Documents\My Music\. Dit bestand is gemaakt in deze directory op 24/08/04 te 19.51.49 uur. Uit het Kazaa databasebestand blijkt dat een gelijknamig bestand in de directory My Shared Folder van het programma Kazaa heeft gestaan. Dit is de standaard download/share folder van Kazaa." 6.4. Zoals uit dit bewijsmiddel is af te leiden betekent de extensie "avi" dat het gaat om een multimediabestand, en wel om Audio Video Interleave. Een feit van algemene bekendheid is dat het een formaat specificatie van Microsoft betreft voor het opslaan van geluid en/of video, vaak ook "Video for Windows" genoemd. Deze bestanden kunnen met de Media Player worden afgespeeld.(7) MPEG staat voor Motion Picture Experts Group, een manier om bewegende beelden te coderen, zodat minder bits benodigd zijn.(8) Bestanden met de extensie ".mpg" zijn gecomprimeerde bestanden die in opslag minder plaats innemen dan het origineel, maar die door de compressie wel aan kwaliteit hebben verloren. Deze extensies worden niet gebruikt bij de aanmaak van tijdelijke bestanden, zoals wanneer men op Internet surft en daar bepaalde sites bezoekt of daar geplaatste mediabestanden bekijkt, maar duiden erop dat de bestanden gebruiksklaar zijn gedownload of gecopiëerd. Verdachte maakte blijkens zijn in hoger beroep afgelegde verklaring gebruik van Internet Explorer als browser. Inderdaad maakt deze browser tijdelijke bestanden aan maar dan wel in de map 'Temporary Internet Files' en niet bijvoorbeeld in de map 'My Music'. Eveneens algemeen bekend is dat deze tijdelijke bestanden de extensie '.temp' dragen. Als een bestand in een andere map wordt aangetroffen dan die bestemd is voor de tijdelijke Internetbestanden moet dat bestand daarheen gedownload of gekopieerd zijn. Uit hetgeen onder Tijdsanalyse in het bewijsmiddel is opgenomen valt op te maken dat het daar genoemde bestand op de daar genoemde datum en tijd door het afspeelprogramma RealOne Player is geladen, zoals ook in dit bewijsmiddel daarna wordt uitgelegd. 6.5. Behoudens sterke aanwijzingen voor het tegendeel mag de rechter ervan uitgaan dat de daarop aangetroffen downloads zijn bewerkstelligd door de eigenaar van een laptop. Eveneens mag de rechter ervan uitgaan dat wanneer in de History van een mediaplayer een multimediabestand wordt vermeld dat zal zijn afgespeeld en wel door degeen die van die laptop de gebruiker of eigenaar is. Tot slot is het, dunkt mij, een ervaringsgegeven dat de gebruiker of eigenaar van de laptop bekend is met de multimedia bestanden die daarop zijn aangetroffen. Het hof mocht ook in deze zaak van de wetgever uitgaan nu geen enkele aanwijzing is geleverd dat deze ervaringsregel in deze zaak niet op zou gaan. Ook dit middel faalt. 7. De middelen falen. Ambtshalve heb ik geen grond aangetroffen die tot vernietiging aanleiding behoort te geven. 8. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden 1 Ik kan mij voorstellen dat de vraag lastiger zou liggen wanneer verbalisanten conclusies over de kennelijke leeftijd van de meisjes hadden getrokken slechts gebruikmakend van kenmerken die in het algemeen in de beschouwing kunnen en plegen te worden betrokken bij de schatting van de leeftijd van een bepaalde persoon (HR 8 mei 2001, LJN AB1517). Dan had het meer voor de hand gelegen dat het hof zulke conclusies aan eigen waarneming zou hebben verbonden. 2 Dus anders dan in HR 7 december 2004, LJN AQ8936. 3 Vgl. HR 29 januari 2008, LJN BC2338. 4 Ik maak overigens uit de woorden van de steller van het middel op dat deze van mening is dat artikel 240b Sr verlangt dat de verdachte de intentie heeft gehad op het in bezit hebben van kinderporno. Als dat het uitgangspunt van de steller van de schriftuur zou zijn is dat onjuist. 5 HR 28 februari 2006, NJ 2006, 179. 6 Kamerstukken II 2001/02, 27745, nr. 15, p. 2. 7 Bron: http://www.weethet.nl/dutch/glossary.php. Zie ook http://nl.wikipedia.org/wiki/AVI_(bestandsindeling). 8 Bron: http://www.weethet.nl/dutch/glossary.php. Zie ook http://nl.wikipedia.org/wiki/MPEG.


Uitspraak

30 september 2008 Strafkamer nr. 01285/07 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 27 oktober 2006, nummer 22/000280-06, in de strafzaak tegen: [Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982, wonende te [woonplaats]. 1. Geding in cassatie Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.A. Kaarls, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. 2. Beoordeling van de middelen De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. 3. Slotsom Nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen. 4. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep. Dit arrest is gewezen door de vice-president G.J.M. Corstens als voorzitter, en de raadsheren W.A.M. van Schendel en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 30 september 2008.